Op 15 maart debatteerde de Kamercommissie Infrastructuur & Waterstaat over de Europese Milieuraad. Kiki Hagen (D66) pleitte tijdens het debat voor een nationale grondstoffenstrategie, mede als gevolg van de oorlog in Oekraine en de afhankelijkheid van Nederland van Russische grondstoffen. Nederland zou volgens Hagen afscheid moeten nemen van lineaire ketens en concrete stappen moeten zetten in de richting van een circulaire economie.
Suzanne Kröger (GroenLinks) voegde daar nog aan toe dat er wat haar betreft vooral ingezet moet worden op besparing. Hagen beaamde dat, maar vond ook dat er meer gekeken moet worden naar de grondstoffen die in ons afval zitten. Ze wil vooral dat goed in kaart wordt gebracht waar in Europa zich die grondstoffen bevinden en hoe waardeketens versterkt kunnen worden. Staatssecretaris Heijnen (CDA) van I&W verwees in haar reactie in eerste instantie naar de Strategie kritieke grondstoffen en het EU-actieplan circulaire economie. Ook in het Rijksbrede programma Circulaire Economie is grondstoffen¬zekerheid een van de doelen. Op de vraag of zij ook echt bereid was een nationale grondstoffenstrategie te ontwikkelen gaf zij aan daar in een breder kader naar te willen kijken, niet alleen in relatie tot de circulaire economie.
In het 2-minutendebat over de begroting I&W kwam het onderwerp opnieuw aan de orde. Naar aanleiding daarvan diende Suzanne Kroger een motie in met het verzoek aan de regering om een “bindend grondstoffenreductieplan” uit te werken voor o.a. de bouw, mobiliteit, elektrische apparaten, textiel en verpakkingen. Volgens Kroger heeft de focus van het beleid tot nu toe te veel gelegen op de omgang met en de verwerking van afval. Advies van de Staatssecretaris was om deze motie aan te houden omdat zij in juni de Kamer zal informeren over de resultaten van het traject om te komen tot o.a. reductiedoelen. Kröger heeft de motie inderdaad aangehouden.
VANG
Verder heeft de Staatssecretaris het Uitvoeringsprogramma Van Afval Naar Grondstof – Huishoudelijk Afval 2021-2025 naar de Tweede Kamer gestuurd. Kwalitatief goed gescheiden huishoudelijke afvalstromen vormen volgens de staatssecretaris een belangrijke voorwaarde voor gesloten ketens en een circulaire economie. De kern van het Uitvoeringsprogramma VANG-HHA is om gemeenten te helpen bij het volbrengen van hun taak in de keten om afval goed te scheiden, te voorkomen dat waardevolle grondstoffen worden verbrand en zo een bijdrage te leveren aan de circulaire economie. Ten opzichte van het vorige Uitvoeringsprogramma (2018-2020) is de focus van het nieuwe Uitvoeringsprogramma verbreed van kwantiteit (kilo’s) naar ook kwaliteit (stromen met zo min mogelijk vervuiling) ten behoeve van hoogwaardige recycling. De ambities van 75% afvalscheiding en 100 kg restafval per inwoner blijft de staatssecretaris dus onverminderd nastreven, maar op zodanige wijze dat dit niet ten koste gaat van de kwaliteit.