Het Europarlement was praktisch unaniem over het verlengen van levensduur van elektrische en elektronische apparaten. En in de Tweede Kamer werd gesproken over Uitgebreide Producentenverantwoordelijkheid. Dit en meer in deze Nieuws uit Den Haag.
Europees Parlement wil langere levensduur elektrische en elektronische apparaten
Het Europees Parlement stemde eerder deze maand met overweldigende meerderheid voor plannen om elektrische en elektronische apparaten te produceren die langer meegaan en makkelijker te repareren zijn. De Europarlementariërs willen dat producten zodanig ontworpen worden dat ze langer mee kunnen gaan, veiliger kunnen worden gerepareerd en dat hun onderdelen eenvoudig kunnen worden verwijderd. Daarnaast moeten reparateurs en consumenten gratis toegang krijgen tot reparatie- en onderhoudsinformatie. De plannen moeten bovendien bijdragen aan een efficiënter gebruik van hulpbronnen en de reductie van de afvalberg. Stichting OPEN voorzitter Steven van Eijck sprak zich positief uit over dit besluit.
UPV onderwerp van gesprek in de Tweede Kamer
De ‘Uitgebreide Producentenverantwoordelijkheid’ was afgelopen periode onderwerp van gesprek in de Tweede Kamer. Op 14 april vond er een technische briefing plaats waarin onderzoekers van de Universiteit Utrecht een toelichting gaven op hun White Paper over UPV en Circulaire Economie. De onderzoekers concluderen dat UPV in zijn huidige toepassing onvoldoende bijdraagt aan de circulaire economie. Zij schetsen 3 transitiepaden om daar verbetering in te brengen. Verder stuurde staatssecretaris Heijnen daags voor het meireces enkele brieven naar de Kamer over UPV. De eerste brief gaat in op de werking van het instrument UPV en hoe de regering dit invult. De brief is deels een reactie op een aangehouden motie van Kiki Hagen (D66). Hagen wilde met die motie drie aspecten opnemen in de UPV: een stimulans om producten te ontwerpen in overeenstemming met de R-ladder, een stimulans om de kwaliteit van producten te verhogen, en ervoor te zorgen dat alle schakels (dus bijvoorbeeld ook gemeenten) van een grondstoffenketen gelijkwaardige invloed hebben op die keten. In de brief legt Heijnen uit welke verantwoordelijkheden de producent krijgt, de bijbehorende beleidsdoelen en de praktische werking van het instrument UPV. De tweede brief behandelt het ontwerp van de ministeriële regeling voor drie bestaande UPV’s. Het gaat om de UPV’s voor batterijen en accu’s, autobanden en afgedankte elektrische en elektronische apparaten (AEEA). Dat is omdat er in het kader van het Besluit regeling voor uitgebreide producentenverantwoordelijkheid per 1 januari 2023 algemene regels van kracht worden. Deze wijzigingen zijn wetstechnisch van aard, het gaat dus niet om inhoudelijke veranderingen.
AEEA ontbreekt in VANG-programma
De Staatssecretaris heeft recent ook het Uitvoeringsprogramma Van Afval Naar Grondstof – Huishoudelijk Afval 2021-2025 naar de Tweede Kamer gestuurd. De kern van het Uitvoeringsprogramma VANG-HHA is om gemeenten te helpen bij het volbrengen van hun taak in de keten om afval goed te scheiden, te voorkomen dat waardevolle grondstoffen worden verbrand en zo een bijdrage te leveren aan de circulaire economie. Stichting OPEN mist in dit programma een expliciete verwijzing naar elektrische en elektronische apparaten en zal de Kamer daarop attenderen in de aanloop naar het volgende overleg over Circulaire Economie, dat in mei gepland staat.