Stichting OPEN publiceert vandaag de resultaten van een uitgebreide gemeentelijke benchmark rond de inzameling van elektrisch afval. De benchmark, die alle Nederlandse gemeenten rangschikt op basis van het aantal kilogram ingezameld elektrisch afval per persoon, heeft tot doel om inzicht te geven in de huidige stand van zaken en te ontdekken wat daarin nog te verbeteren valt.
“Stichting OPEN beoogt hiermee om, samen met gemeenten, te voorkomen dat afgedankte elektrische apparaten bij het huisvuil in de kliko terechtkomen. “Nu gebeurt dat nog te veel” aldus voorzitter Steven van Eijck. “Met als gevolg dat waardevolle grondstoffen uit deze apparaten verloren gaan en gevaarlijke stoffen in het milieu in het milieu terecht komen.” Bovendien zijn elektrische apparaten in de loop der tijd veranderd. Steeds vaker zijn ze batterij gestuurd. Een onjuiste verwerking kan het risico op afvalbranden verhogen.
De Stichting is in gesprek met gemeenten en het Rijk over gescheiden inzameling van elektrisch afval.
De top 5 gemeenten weten gemiddeld 6,7 kg elektrisch afval per inwoner in te zamelen, terwijl dit in de 5 minst presterende gemeenten 0,7 kg is.
Gemeenten hebben diverse opties om de inzameling van elektrisch afval te verbeteren, aldus Stichting OPEN. De Stichting pleit er al langer voor om de openingstijden van milieustraten te verruimen, waardoor inwoners gemakkelijker hun elektrisch afval kunnen inleveren. Daarnaast kunnen gemeenten investeren in extra training voor het personeel van de milieustraat, zodat zij in staat zijn het afval efficiënter te scheiden. Gemeenten hebben daar een toolkit voor, ontwikkeld door Stichting OPEN. Tot slot kunnen gemeenten nog actiever burgers informeren over het belang van het correct inleveren van elektrisch afval, en hen aansporen dit niet in de kliko te gooien.
“We hebben een nulmeting uitgevoerd, voortbouwend op eerdere analyses op provinciaal niveau. Het doel is om van elkaar te leren, best practices te delen, en gemeenten te ondersteunen naar betere inzamel praktijken. Jaarlijkse monitoring zorgt ervoor dat we voortgang kunnen bijhouden. Het uiteindelijke streven is om zoveel mogelijk apparaten aan het einde van hun gebruiksduur correct in te zamelen en verantwoord te recyclen.”